As tilesAs list
Pageof 2

258

Lot 258
LEEUWARDEN, Karel V 1527-1530, Stuiver z.j., vG.(RRRRR) van de grootste zeldzaamheid, zeer fraai, Op 7 Juli 1878 toonde Burggraaf Boudouin de Jonghe (die de grootste verzameling Zuid Nederlandse munten van zijn tijd bezat) op de jaarlijkse vergadering van het Koninklijk Genootschap voor Numismatiek te Brussel een tot dan toe onbekende stuiver van Karel V, die volgens hem geslagen was te Luxemburg. In hun standaardwerk over de Luxemburgse munten namen E.Bernays en J. Vannerus deze toeschrijving zonder verder onderzoek over. Ze verduidelijkten wel dat ze buiten het uniek exemplaar in de verzameling van de Jonghe over geen enkel ander gegeven beschikten betreffende de heropening van het muntatelier te Luxemburg onder Karel V. Ze gaven de beschrijving en een afbeelding van deze stuiver, en daaruit blijkt dat dit stuk deel uitmaakt van de tweede emissie van Karel V. Die vond plaats tussen 29 februari 1521 en 1556, tijdens de meerderjarigheid van de vorst. De beschrijving en afbeelding maken bovendien duidelijk waarom dit stuk, ondanks het ontbreken van enig gegeven over het bestaan van een munthuis te Luxemburg tijdens deze periode, toch zonder discussie aan dit atelier werd toegeschreven: het muntteken, een schild met een naar links klimmende leeuw is identiek of verwant met die welke door deze werkplaats onder Philips de Schone, Philips II, Albrecht en Isabella en Filips IV werden gebruikt. Ook H. Enno van Gelder en M. Hoc behielden in 1960 deze toeschrijving. In 1971 ging van Gelder eindelijk dieper in op de oorsprong van dit stuk. Aanleiding was een publicatie van A. Puister over het muntatelier dat Karel V in 1527 te Leeuwarden liet openen en waar tussen 1527 en 1530 een hele reeks denominaties in grote aantallen werd vervaardigd. Puister trok in twijfel dat daarvan geen enkel exemplaar zou zijn bewaard gebleven en was van oordeel dat van deze Leeuwardse produktie wel nog stukken bestonden, maar dat die niet als dusdanig waren herkend. van Gelder, die zich eerder al met het munthuis van Karel V te Leeuwarden had beziggehouden verwierp weliswaar de toeschrijvingen die Puister vooropstelde, maar ging wel door op diens basisidee. Hij zag in dat de stuiver die aan Luxemburg toegeschreven werd in feite uit Leeuwarden afkomstig moest zijn, onder meer omdat: -het moeilijk aanneembaar is dat een keizerlijke atelier uit de zestiende eeuw niet het minste spoor zou hebben nagelaten; -het wapen van Leeuwarden een naar links klimmende leeuw was en bij de heropening van het muntatelier in 1580 als muntteken werd gebruikt. Ondertussen was er in 1961 ook een halve reaal van deze emissie en met hetzelfde muntteken opgedoken en door van Gelder in zijn artikel gebruikt. De andere denominatie bleven echter onvindbaar ondanks hun soms vrij grote slagaantallen. Een aantal jaren geleden is nu toch bij het uitbaggeren van de Dijle te Mechelen ook een kwart groot van deze emissie ontdekt, ook hier gelijkt het muntteken bedriegelijk veel op het wapenschild van Luxemburg met zijn horizentale balken. uit: Jaarboek EGMP 1999
Start: Bid | Price realised: € 0
Pageof 2

This website uses cookies

We use cookies to personalise content and ads, to provide social media features and to analyse our traffic. We also share information about your use of our site with our social media, advertising and analytics partners who may combine it with other information that you’ve provided to them or that they’ve collected from your use of their services.